De geleerde, wiens dagboek van zijne reis door Nederland in hier wordt uitgegeven, heeft het grootste gedeelte van zijn leven doorgebracht te Göttingen, waar hij in werd benoemd tot buitengewoon hoogleeraar in de faculteit der philosophie, in tot gewoon hoogleeraar in de oeconomie Ga naar voetnoot 1. Johann Beckmann stamde uit een oude, Nedersaksische familie. Hij werd den 4 den Juni te Hoya, aan den Wezer, geboren, waar zijn vader een. Op zijn 20 ste jaar ging hij te Göttingen theologie studeeren, meer om aan den wensch zijner moeder, een predikantsdochter, gehoor te geven - zijn vader had hij reeds op jeugdigen leeftijd verloren - dan uit eigen neiging. Al spoedig trokken andere vakken hem meer aan; hij studeerde trouwens in een tijd, toen de specialiseering van de wetenschap nog geen noodzakelijk kwaad was geworden. Aan philologie en wijsbegeerte gaf hij een deel van zijn tijd; daardoor geraakte hij nog niet op wegen, die van de theologie afvoerden; het voornemen om predikant te worden, liet hij eerst geheel varen, toen hij in de studie der natuurwetenschappen, destijds aan de hoogescholen in haar eersten fleur, zijne levenstaak had gevonden. Nadat hij in den zomer van door het Brunswijksche land had gereisd om het mijnwezen te leeren kennen, en in de laatste maanden van dat jaar een bezoek aan Nederland had gebracht, om kennis te maken met beroemde geleerden en kabinetten van naturalia te bezoeken, kreeg hij, terstond na zijn terugkeer, een uitnoodiging om in Rusland een leeraarspost te komen bekleeden. Anton Friedrich Büsching, de grondvester der nieuwe methode in de geographie, destijds predikant en rector van het Peters-gymnasium te Petersburg, verzocht Beckmann om aan zijne school leeraar in mathesis, physica en natuurlijke historie te worden. Twee jaren lang is Beckmann als zoodanig werkzaam geweest. Toen Büsching in naar Duitschland terugkeerde, besloot ook Beckmann Rusland te verlaten, Huren Professor Pieter Willemstraat de verlokkende aanbiedingen, die hem werden gedaan om te blijven. Doch voordat hij naar zijn vaderland. Door zijne benoeming tot correspondeerend lid van de Koninklijke Zweedsche Academie van Wetenschappen bleef Beckmann ook na zijn vertrek uit Zweden met de wetenschappelijke kringen daar te lande in aanraking. Nauwelijks in zijn vaderland teruggekeerd, werd Beckmann als hoogleeraar aan de Göttinger universiteit verbonden. Ruim vier en veertig jaren heeft hij deze werkzaamheid vervuld. Uit de boven medegedeelde lijst van vakken, waarin hij college gaf, blijkt dat zijn onderwijs hoofdzakelijk de toepassing der natuurwetenschappen op handel, industrie en landbouw omvatte; zijne lessen werden dan ook door tal van mannen uit de practijk gevolgd. Dann füllen sie den groszen Abstand der Gelehrsamkeit von dem, was im gewöhnlichen Leben gebraucht werden kann, aus Dann wird der Gelehrte in den Werkstätten, als in einer neuen Welt, Gegenstände finden, welche ebensoviel Witz, Kenntnis, Nachdenken, Scharfsinn zu ihrer Beurteilung und Erklärung verlangen, als immer nur ein gelehrtes Problem verlangen kann. In een reeks van werken, waaronder zeer omvangrijke, heeft Beckmann de bewijzen geleverd van zijne veelomvattende kennis en van zijne tot in hoogen ouderdom bewaarde werkkracht Ga naar voetnoot 1. Hier worden slechts genoemd zijne Grundsätze der deutschen Landwirthschaft, Anleitung zur Technologie, Entwurf der allgemeinen Technologie, Beiträge zur Oekonomie, Technologie, Polizei- und Cameralwesen 12 deelenPhysikalisch-oekonomische Bibliothek 23 deelen en Beiträge zur Geschichte der Erfindungen 5 deelen. Tot de nalatenschap van Johann Beckmann behoorden ook twee handschriften, een dagboek van zijne reis door Nederland en een dagboek, door hem gedurende zijn verblijf in Zweden gehouden. Zij zijn thans in het bezit van zijn achterkleinzoon, den. Bij de ste herdenking van Beckmann's sterfdag, inheeft Prof. Fries, te Upsala, de scherpzinnige en onvermoeide navorscher van alles, wat op Linnaeus betrekking heeft, het Zweedsche dagboek in opdracht der Koninklijke Universiteit te Upsala uitgegeven. Door bemiddeling van den Amsterdamschen hoogleeraar Hugo de Vries bood de heer Oscar Beckmann het dagboek van de reis door Nederland aan het bestuur van het Historisch Genootschap ter uitgave aan. Door dit bestuur aangezocht om mij met deze uitgave te willen belasten, heb ik dit gaarne gedaan, te meer daar de publicatie van Bengt Ferrners dagboek van zijne reis door Nederland in in het XXXI ste deel dezer Bijdragen en Mededeelingen mij reeds op hetzelfde terrein had gebracht. Beide dagboeken toch ontleenen hunne waarde hoofdzakelijk aan wat zij bevatten over de geleerdengeschiedenis van die dagen, aan de beschrijving van academische inrichtingen, kabinetten van naturalia. Ferrner's reisverhaal biedt ontegenzeggelijk meer verscheidenheid aan; hij verkeerde o. Ook vertoefde hij vijf maanden in ons land, Beckmann slechts twee; maar van die twee maanden heeft de jonge Duitsche geleerde een goed gebruik gemaakt: in de elfdagen, die hij te Leiden Huren Professor Pieter Willemstraat, vond hij zelfs nog den tijd om zich te laten opnemen in een vrijmetselaarsloge! In Beckmann's reisverhaal is de theoloog-philoloog, die hij in het begin van zijn studietijd was, dikwijls aan het woord: een ibis in het kabinet-van Hoey herinnert hem aan het gelijknamige smaadvers van Ovidius; in de trekschuit tusschen den Haag en Leiden verdrijft hij zich den tijd met Boethii De consolatione philosophiae. Te Leiden zet hij met Schultens en Ruhnkenius lange gesprekken op over Oostersche talen en Grieksche codices; te Utrecht Huren Professor Pieter Willemstraat te Groningen nemen Wesseling en Saxe, Schröder en Gerdes hem in beslag. Maar daarnaast komt de beoefenaar der natuurwetenschappen voor den dag in zijne van vakkennis getuigende opmerkingen over kabinetten van naturalia, in hetgeen hij weet te verhalen over de colleges Huren Professor Pieter Willemstraat de personen van Albinus, Gaubius en Lulofs te Leiden, Hahn te Utrecht. Het zwaartepunt van dit reisverhaal ligt in de mededeelingen van den jongen geleerde over Leiden en Leidsche hoogleeraren; maar wat de tourist door Nederland opteekent, is dikwijls niet zonder belang. Waar het dagboek alleen het honderd maal beschrevene in herinnering bracht, heb ik het niet woordelijk afgedrukt, maar den inhoud met enkele. De lezer behoeft nooit in twijfel te zijn, wanneer Beckmann zelf aan het woord Huren Professor Pieter Willemstraat, of wanneer zijn dagboek door mij wordt geresumeerd, daar het verschil van taal hiervoor de aanwijzing geeft. Bij die plaatsen uit Beckmann's dagboek, waarin dezelfde onderwerpen als in Ferrner's reisverhaal behandeld worden, heb ik telkens naar het laatste verwezen, daar zij elkaar meestal aanvullen; gelijke verwijzing heb ik gemeend mij te mogen veroorloven ter toelichting van het medegedeelde omtrent personen en zaken, die reeds bij Ferrner voorkomen. Onbeduidende verschrijvingen en spelfouten, die vooral bij Nederlandsche namen herhaaldelijk worden aangetroffen, zijn door mij altijd stilzwijgend verbeterd. Ten slotte mijn dank aan allen, die mij van dienst waren bij het verzamelen van gegevens ter waarmerking of verduidelijking van het reisverhaal. Den 21 sten October Ga naar voetnoot 1 aanvaardde Beckmann. Ich entschlosz mich. Ich nam also Reichsthaler in Golde mit mir, wovon ich Reichsthaler in Ducaten auf meinen Antheil von unserm Hofe lieh, das übrige aber aus meinem Familienstipendio hatte.
Mittags war ich in Rotterdam, Nachmittags wieder in Delft und Abends um 5 Uhr wieder im Haag. Man hat. Die Nacht auf den 8 en December hörten wir noch die Glocke von Enkhuysen schlagen. Fast alle Kirchen in Holland sind mit Wappen ganz und gar inwendig behangen, die zwar zum Theil kostbar sind, aber in meinen Augen keine Kirche verschönern. Er wüszte aus Erzählungen, dasz Mosheim sein Glück seinem Schachspiel zu danken habe, indem er dadurch bey einem Edelmann in Holstein geckommen, der durchaus einen Hofmeister bey seinem Sohne.
Lutheraner und Reformierte am Hof Friedrich Wilhelms, des Großen Kurfürsten
Enkele empirische. Viele haben auf unterschiedlichste Weise dazu beigetragen, dass ich promovie- ren und diese Arbeit fertig stellen konnte. Für ihren unermüdlichen Einsatz. Het is een opleiding in het Nederlands die focust. of professor, worden in sommige organisaties en branches nog steeds met hun Jan Pieter Van Oudenhove: Nederlanders over Duitsers. De geleerde, wiens dagboek van zijne reis door Nederland in hier wordt uitgegeven, heeft het grootste gedeelte van zijn leven doorgebracht te Göttingen. Sinds bieden verschillende centra in Vlaanderen de opleiding tot gids en reisleider aan.Ich glaube nicht, dasz eine Stadt ist, die so viele schöne Palläste hat, wie der Haag. Unter seinen Zuhörern waren Persianer und Griechen Ga naar voetnoot 5. Den 9 en November reisete ich in Gesellschaft des Herrn Golls, dessen ich unten erwähnen werde Ga naar voetnoot 1 , aus dem Haag um 3 Uhr Nachmittags nach Delft, zwischen welchen Örtern alle halbe Stunde Schuyten gehen. Er bath mich darauf, weil ihm dieses mal die Zeit fehlte, auf den nächsten Dienstag. Alsdann werden die Anker auf die Kanone umgestoszen. Wir setzten uns mit der Holländischen Vertraulichkeit am Kamin, trunken ein Paar Bouteillen Wein, und rauchten einige Pfeiffen guten Kanaster. Review a Brill Book. Man hat nämlich einen aufrecht stehenden hölzernen Cylinder, in welchem ein anderer solider Cylinder, der mit Messern besetzt ist, von einem Pferde herrum getrieben wird. In Holland kan man dergleichen wegen der Schiffahrt und Handlung eher erhalten. Er hat noch unverheurathete Töchter; sein einziger Sohn aber ist als Student gestorben Ga naar voetnoot 2. Es ist sehr reich und vortreflich, ungeacht es nicht in allen Theilen gleich vollständig ist. Aus dem cranio war ein schönes Trinkgeschirr gearbeitet, so mit Silber eingefaszt war. Der Künstler hat seinen Namen daran gehauen: J. Er trug eben die Lehre de attritu sehr gründlich und deutlich vor. Der Fürst von Weilburg hat als Holländischer General gar keine Vorzüge, so bald aber die Gemahlinn, die Prinzessinn von Oranien, bey ihm ist, welches man an den Läufern erkennet, werden die Trommeln gerühret und die Fahnen geschwenket. Mein Wirth in Amsterdam hatte mir hier wieder einen guten Wirth zugewiesen, nämlich Herrn Holzziegel im Hoff von Friesland Ga naar voetnoot 2 , der aus Hannover ist, und bey dem ich ein gutes Logis fand. Seine orientalische Gelehrsamkeit is beckant genug. So thöricht auch diese Reden scheinen, so hat er sich doch ganz vernünftig aufgeführt und sich bey allen [pag. Ich sah unter andern 2 Löwen, die in demselbigen Zimmer waren, worinn der Wirth wohnt, nur dasz sie durch Latten abgeschoren waren; imgleichen einen Wolf, Katzen aus Madagaskar und Surinam, Casuarius, den [pag. Ich gieng auch zu einem Juden, der Indianische Raritäten verkauft. Es sind daselbst über Stück allein Arabischer manuscripta. An das letzte Gewächshaus stöst ein Zimmer, worinn ein Schatz von antiquen Inscriptionen, Statüen und Altaren verwahrt würden, die Gerhard Papebroek, urbis Amstelodamensis scabionum praeses, [ pag. Ich bedauerte, dasz mir meine damaligen Umstände nicht erlaubten, von dem Buchbinder eine ganze vorräthige Herrenhütersche Bibliothek zu kaufen. Er war eben im Leben des Alexander des Groszen, da er alles mit Curtii Worten erzählte, oder vielmehr [ pag. Sie befinden sich hier: volksbuehne-berlin. Weil er in seinen Epistolis eruditis hin und wieder den Olearium Ga naar voetnoot 5 getadelt und selbigen für keinen geschickten Criticum gelten lassen wollen, habe man [ pag. In der Kirche hieselbst liegt der öbere Theil eines Wallfisches, der daselbst vor vielen Jahren gefangen worden Ga naar voetnoot 1. Leyden ist, wie beckant, die beste Akademie in den Niederlanden. Nachdem ich diese Merkwürdigkeiten besehen, gab ich mir Mühe die Herren Lehrer dieser weltberühmten Akademie kennen zu lernen. Er musz nämlich diese Streitschriften auf seine Kosten drucken laszen.